Er zijn twee vormen voor de vergrotende trap van het bijvoeglijk naamwoord en twee vormen voor de overtreffende trap.
1. Als bijvoeglijke bepaling (attributief):
de bijwoorden бóлее/мéнее + bijvoeglijk naamwoord
2. Als naamwoordelijk deel van het gezegde (predicatief):
stam van het bijvoeglijk naamwoord + -ee
Een aantal bijvoeglijke naamwoorden heeft een afwijkende vergrotende trap op -е, waarbij soms medeklinkerwisseling optreedt. Deze vorm wordt alleen gebruikt bij de vergrotende trap als naamwoordelijk deel van het gezegde. Voorbeelden zijn:
Dan, na de vergrotende trap, wordt uitgedrukt door чем (+ 1e nv.):
In plaats van чем kan ook een 2e naamval worden gebruikt:
De mate waarin iets of iemand een andere zaak of persoon overtreft wordt aangegeven door нa + 4e naamval:
1. Als bijvoeglijke bepaling:
сáмый (verbuigen als bvnw.) + de lange vorm van het bijvoeglijk naamwoord.
2. Als naamwoordelijk deel van het gezegde:
vergrotende trap (stam bvnw. + -ee) + всех of всегó
OEFENBOEK: hoofdstuk 13, oefening 5