In het Russisch wordt er onderscheid gemaakt tussen werkwoorden van gerichte beweging en werkwoorden van niet-gerichte beweging. Zo kent het werkwoord ‘lopen, gaan (te voet)’ twee vormen: идти en ходить. De eerste vorm is gericht, de tweede vorm niet-gericht. Dit onderscheid maakt dat deze werkwoorden, ondanks hun gelijke lexicale betekenis van ‘lopend voortbewegen’, niet willekeurig door elkaar mogen worden gebruikt. In dit blogbericht worden de niet-geprefigeerde werkwoorden van beweging besproken, dat wil zeggen die zonder voorzetsel. De niet-geprefigeerde werkwoorden van beweging zijn áltijd imperfectief.
Per type werkwoord zijn er verschillende betekenissen te onderscheiden. Bij werkwoorden van gerichte beweging zijn dat:
1 een éénmalige beweging, in een bepaalde richting, alleen heen en met een soort traject met een einddoel of eindbestemming
2 een beweging waarbij wel de route waarlangs deze plaatsvindt is aangegeven, maar waarbij een eindpunt ontbreekt:
3 een beweging hier en nu, terwijl er sprake is van een directe waarneming (perceptie):
Gericht
1 Een éénmalige beweging, in een bepaalde richting, alleen heen en met een soort traject met een einddoel of eindbestemming.
2 Een beweging waarbij wel de route waarlangs deze plaatsvindt is aangegeven, maar waarbij een eindpunt ontbreekt.
3 Een beweging hier en nu, terwijl er sprake is van een directe waarneming (perceptie).
Bij werkwoorden van niet-gerichte beweging onderscheiden we de volgende betekenissen:
1 een één- of meermalige beweging heen-en-terug
2 een beweging in verschillende richtingen, waarbij de richting er niet toe doet.
3 een bepaald motorisch vermogen, dat wil zeggen, kunnen lopen, vliegen etc.
Niet-gericht
1 een één- of meermalige beweging heen-en-terug
2 een beweging in verschillende richtingen, waarbij de richting er niet toe doet.
3 een bepaald motorisch vermogen, dat wil zeggen, kunnen lopen, vliegen etc.
De meestgebruikte werkwoorden van beweging staan in het schema hieronder.
gericht | niet-gericht | betekenis |
идти (идý, идёшь, vt. шёл, шла, шло, шли) | ходи́ть (хожý, хóдишь) | lopen, gaan (te voet) |
éхать (éду, éдешь) | éздить (éзжу, éздишь) | rijden, gaan (per as) |
нести́ (-сý, -сёшь, vt. нёс, неслá, несло́, несли́) | носи́ть (ношý, нóсишь) | dragen, brengen (te voet) |
вести́ (-дý, -дёшь, vt. вёл, велá, велó, вели́) | води́ть (вожý, вóдишь) | leiden, brengen (te voet); besturen |
плыть (-вý, -вёшь, vt. плыл, плыла́, плы́ло, плы́ли |
плáвать (-аю, -аешь) | zwemmen; varen |
бежáть (гý, -жи́шь) | бéгать (-аю, -аешь) | rennen, hardlopen |
летéть (-чý, -ти́шь) | летáть (-áю, -áешь) | vliegen |
везти́ (-зý, -зёшь, vt. вёз, везлá, везлó, везли́) | вози́ть (вожý, вóзишь) | brengen (per as) |
OEFENBOEK: hoofdstuk 21, oefening 2-5
Wat bedoelt u met Oefenboek?
Welk boek is dat?
Ton Smit
OEFENBOEK: hoofdstuk 21, oefening 2-5
Hoi ton, hij staat hier: http://www.russischegrammatica.nl/bronvermelding/ Groet, Harmen