Accusatief – de vierde naamval

De vierde naamval of accusatief komt o.a. voor als lijdend voorwerp en na verschillende voorzetsels.

Het object van de handeling in een zin staat in de vierde naamval wanneer deze de functie van lijdend voorwerp heeft.

  • Я читáю кни́гу. (accusatief vrouwelijk enkelvoud) – Ik lees een boek.

Voorbeelden van voorzetsels die de vierde naamval regeren zijn: за, в en на. Zoals eerder bij de locatief duidelijk werd heeft de accusatief in combinatie met de laatste twee voorzetsels de functie van richtingbepaling.

  • Мáша и Вáня идýт в ресторáн. – Masja en Vanja gaan naar een restaurant.
  • Онá положи́ла кни́гу на стол. – Ze legde het boek op de tafel.

Het zelfstandig naamwoord in de vierde naamval enkelvoud kent de volgende uitgangen:

mannelijk vrouwelijk onzijdig
hard zacht hard zacht hard zacht
Enkelvoud
uitgang -e
voorbeeld журнáл рубль газéту недéлю винó мóре

Voor de vierde naamval mannelijk enkelvoud geldt een grammaticaregel.

De 4e naamval mannelijk enkelvoud is gelijk aan de 2e naamval als het woord betrekking heeft op een levend wezen. (Deze regel geldt ook in het meervoud en dan voor zowel mannelijke als vrouwelijke zelfstandige naamwoorden.)

Bijvoorbeeld:

  • Я хорошó знáю э́того рýсского актёра. – Ik ken deze Russische acteur goed.

OEFENBOEK: hoofdstuk 3, oefening 5 en 6

Instrumentalis – de vijfde naamval

Geef een reactie

Informatie

Dit artikel is geschreven op 12 jun 2012, en is gearchiveerd onder Naamvallen.

Tags

, , , , ,