Russische zinnen waarin het bezit van iets of de aanwezigheid van iets of iemand wordt benoemd hebben een specifieke structuur.
Bevestigende ‘er is’-zinnen hebben de structuur:
plaatsbepaling – есть – naamwoord in de 1e naamval
Bijvoorbeeld:
De plaatsbepaling kan optreden in de vorm van een bijwoord (там – daar, здесь – hier etc.) of als een verbinding met een voorzetsel (в Ýтрехте). Bij personen wordt in het laatste geval altijd het voorzetsel у (+ 2e nv.) gebruikt (Y тебя́ есть … ?).
De structuur van ‘er is niet’-zinnen is:
plaatsbepaling – нет – naamwoord in de 2e naamval
Bijvoorbeeld:
Er is/zijn niet wordt in het Russisch uitgedrukt door:
нет + 2e naamval
Bijvoorbeeld:
In de tegenwoordige tijd wordt in ontkennende zinnen het gezegde uitgedrukt door нет. Datgene wat wordt ontkend staat altijd in de 2e naamval.
In bovenstaande voorbeelden wordt de vorm есть gebruikt om het bezit of de aanwezigheid van iets of iemand te benadrukken. Er zijn specifieke situaties denkbaar waar deze vorm juist dient te worden weggelaten. In het volgende blogbericht daarom meer over zinnen met есть of zonder есть.
OEFENBOEK: hoofdstuk 5, oefening 8