Het betrekkelijk voornaamwoord komt voor in samengestelde zinnen. Het leidt altijd de bijzin in en verwijst naar objecten die in de hoofdzin te vinden zijn. Который (die, dat, welke) is een van de mogelijke betrekkelijke voornaamwoorden in het Russisch en wordt verbogen als een bijvoeglijk naamwoord.
Het getal en het geslacht van который worden bepaald door het antecedent in de hoofdzin.
Который fungeert zelfstandig in de bijzin en staat daarom in de naamval die het als zinsdeel van de bijzin moet hebben. De naamval van het antecedent in de hoofdzin doet er dus niet toe. Bijvoorbeeld:
Een bijzin met который wordt altijd voorafgegaan door een komma. Hierbij maakt het niet uit of er sprake is van een uitbreidende of een beperkende bijzin.
OEFENBOEK: hoofdstuk 16, oefening 4
o kotorom, is dat niet de 5de naamval ipv. de 6de?
‘o kotor-om’ is hier de vorm van het bijvoeglijk naamwoord in de zesde naamval mannelijk enkelvoud. Het voorzetsel o regeert altijd de zesde naamval (in enkele bijzondere gevallen de vierde). Misschien doel je op de vijfde naamval mannelijk enkelvoud van het zelfstándig naamwoord? Dan volgt namelijk ook de uitgang -om. Dank voor je reactie.