Een bijwoord zegt iets over een werkwoord (de handeling), bijvoeglijk naamwoord of ander bijwoord. Veel bijwoorden zijn afgeleid van dezelfde stam als het bijvoeglijk naamwoord. Bijwoorden gaan uit op -o en worden niet verbogen. Vorming:
прекрáсн|ый –> прекрáсн|о
Он прекрáсно говори́т по-рýсски. – Hij spreekt goed Russisch.
Het laatste woord in deze zin, по-рýсски, is overigens ook een bijwoord. Het behoort tot de groep bijwoorden met voorvoegsel по- en achtervoegsel -и. Hierover meer bij een uitgebreidere behandeling van de bijwoorden.
Belangrijk om te vermelden is nog dat er zich één probleem kan voordoen bij het vormen van Russische bijwoorden: klemtoonverspringing.
OEFENBOEK: hoofdstuk 12, oefening 4