Het persoonlijk voornaamwoord

Het persoonlijk voornaamwoord komt voor in de eerste, tweede en derde persoon enkel- en meervoud (ik, jij, hij, zij, het, wij, jullie, zij). Het kan verwijzen naar mensen, dieren, objecten of verschijnselen. In het schema hieronder worden de onderscheiden vormen van het persoonlijk voornaamwoord per naamval getoond.

   ik  jij  hij  zij  het  wij  jullie/u  zij
 1e naamval  я  ты  он  онá  онó  мы  вы  они́
 2e naamval  меня́  тебя́  (н)егó  (н)её  (н)егó  нас  вас  (н)их
 3e naamval  мне  тебé  (н)емý  (н)ей  (н)емý  нам  вам  (н)им
 4e naamval  меня́  тебя́  (н)егó  (н)её  (н)егó  нас  вас  (н)их
 5e naamval  мной  тобóй  (н)им  (н)ей  (н)им  нáми  вáми  (н)и́ми
 6e naamval  мне  тебé  нём  ней  нём  нас  вас  них
  • De г in (н)егó wordt uitgesproken als [v].
  • Na een (kort) voorzetsel staat voor de buigingsvormen van он, онá, онó en они́ een н-: от негó – van hem, с ней – met haar, у них – bij hen.
  • вы heeft zowel de betekenis jullie als u. Net als de Nederlandse beleefdheids- vorm u wordt het in die betekenis gebruikt met betrekking tot één of meer personen. Grammaticaal gezien is вы altijd meervoud.

De keuze tussen de persoonlijke voornaamwoorden он, онá, онó wordt bepaald door het geslacht van het woord waarnaar het voornaamwoord verwijst. Dat kunnen naast personen bijvoorbeeld ook objecten zijn.

  • Где Бори́с? – Waar is Boris?
  • Он дóма. – Hij is thuis.
  • Где моя́ кни́га (v)? – Waar is mijn boek?
  • Онá на столé. – Het ligt op tafel.

 Voorbeeldzinnen

1e naamval

  • Э́то моя́ сестрá и яDat zijn mijn zus en ik.
  • Онá журнали́стка и я фотóграф. – Zij is journaliste en ik ben fotograaf.

2e naamval

  • Скажи́те, у вас есть словари́? – Heeft u misschien ook woordenboeken?
    – Нет, у меня́ нет словарéй.Nee, ik heb geen woordenboeken.

3e naamval

  • Онá моя́ подрýга и я купи́л ей рóзы.
    Zij is mijn vriendin en ik heb rozen voor haar gekocht.

NB: met betrekking tot personen wordt als voorzetsel van richting alleen к + 3e naamval gebruikt. Voor de vorm мне wordt dit voorzetsel verlengd tot ко: Иди́ ко мнеKom naar mij.

4e naamval

  • Как тебя́ зовýт? Óльга? – Hoe heet jij? Olga?
    Да, меня́ зовýт Óльга.Ja, ik heet Olga.

5e naamval

  • Я на пéнсии, a рабóтал с ним 40 лет.
    Ik ben met pensioen, maar heb 40 jaar met hem gewerkt.

NB: het voorzetsel с wordt voor de vorm мной verlengd tot со:
Он рабóтал со мной. – Hij werkte met mij.

6e naamval

  • Они́ говори́ли о нас. – Zij spraken over ons.

NB: het voorzetsel o wordt voor мне verlengd tot обо:
Расскáз обо мне. – Een verhaal over mij.

!! Naast de voorzetsels к en с worden ook в, над en перед voor de vormen мне en мной verlengd: во мне, надо мной, передо мной.

OEFENBOEK: verschillende oefeningen bij de hoofdstukken 1, 5, 6, 7 en 14

Geef een reactie

Informatie

Dit artikel is geschreven op 10 jan 2013, en is gearchiveerd onder Voornaamwoorden.

Tags

, , ,