Instrumentalis – de vijfde naamval
|
mannelijk |
vrouwelijk |
onzijdig |
|
|
hard |
zacht |
hard |
zacht |
hard |
zacht |
Enkelvoud |
|
|
|
|
|
|
uitgang |
-ом |
-ем/-ём |
-ой |
-ей/-ёй |
-ом |
-ем |
voorbeeld |
журáлом |
рублём |
газéтой |
недéлей |
винóм |
мóрем |
Klik hier voor het volledige overzicht.
- Bij mannelijke zelfstandige naamwoorden is de zachte uitgang -ём als deze de klemtoon draagt. Is de uitgang onbeklemtoond dan volgt -ем. Bijvoorbeeld: рубль – рублём, И́горь – И́горем.
- Bij vrouwelijke zelfstandige naamwoorden is de zachte uitgang -ёй als deze de klemtoon draagt. Is de uitgang onbeklemtoond dan volgt -ей. Bijvoorbeeld: семья́ – семьёй, недéля – недéлей.
Instrumentalis
Als instrumentalis wordt de vijfde naamval gebruikt voor het middel waarmee de handeling wordt verricht.
- Таня писáла карандашóм – Tanja schreef met een potlood.
Merk op dat in het Russisch de zinsnede met een potlood wordt weergeven door het zelfstandig naamwoord in de vijfde naamval. Er wordt geen voorzetsel gebruikt om het Nederlandse met te vertalen.
Voorzetsels en werkwoorden
In combinaties met bepaalde voorzetsels en werkwoorden volgt ook de vijfde naamval
- Het voorzetsel с krijgt de vijfde naamval wanneer het de betekenis (samen) met heeft. Dus: с дрýгом – met een vriend.
- Het werkwoord стать regeert de vijfde naamval in de betekenis worden. Он хóчет стать агéнтом – Hij wil vertegenwoordiger worden.
- Na het werkwoord быть kan het naamwoordelijk deel van het gezegde in de vijfde naamval staan. Сначáла он был гéроем, затéм врaгóм – Eerst was hij een held, dan een vijand.
Adverbiale functie
We spreken van de adverbiale functie van de vijfde naamval wanneer een woord in een zin functioneert als bijwoordelijke bepaling. Dat kan zijn wanneer we spreken van temporele bijwoorden. Het gaat in dit geval altijd om natuurlijke cyclussen.
- день → днём dag → overdag/’s middags
- зимá → зимóй winter → ’s winters
De adverbiale functie van de vijfde naamval kan ook worden gebruikt wanneer het gaat om ruimtelijke oriëntatie of de manier van de handeling.
- Мы шли лéсом. – We gingen door/via het bos.
- Онá говори́т грóмким гóлосом. – Zijn spreekt met luide stem.
> Locatief – de zesde naamval
он хочет стать агентом (хотет орфографическая ошибка)
Спасибо большое.